November 2022

De lade lichten

Even wat papieren uit het laadje pakken. Maar wat is dat nou? Kan ik niet eens meer aan de knop van een laadje trekken? Ik probeer het op verschillende manieren, maar mijn vingers schieten tot mijn schrik keer op keer van de knop los. Uiteindelijk ontdek in de goede methode. Wijsvinger en middelvinger leg ik als een haakje boven en onder de knop en mijn andere hand klem ik om de pols van de eerste. En dan trekken. Het lukt. Hoe lang nog?

En ja, mijn handen zijn altijd blauw-paars. Dat is dus dat fenomeen van Raynaud.


Die zit vast

Tijdens het fietstochtje vandaag bleek maar weer hoe behulpzaam de mensheid kan zijn ten opzichte van kneusjes als ik. It stop even met één wiel in de zachte, zompige berm naast het fietspad om een mooi plaatje te schieten. Ik heb drie wielen dus het geeft niets dat er een wiel in de modder zakt en de fiets scheef trekt.

In mijn spiegeltje zie ik een man en vrouw van achteren aankomen. Ik berg de mobiel weer op, zet de voeten op de trappers en draai mijn stuur wat weg zodat ze er beter langs kunnen. Als ze voorbij zijn, fiets ik weer verder. Tenminste, dat is de bedoeling...

Ze zijn me nog niet voorbij of de vrouw kijkt achterom en roept haar man, die voorop fietst: “Die zit vast, Pieter!” Ze stoppen en komen achterwaarts terug om me te helpen. Ik schiet in de lach en het lukt om verstaanbaar “valt mee” te antwoorden. Ik druk direct op de turboknop om de daad bij het woord te voegen door uit de berm vandaan op te trekken. “Dank,” zeg ik nog. Alle drie een beetje beschroomd vervolgen we onze weg.


Halszaak

Een fijn zilveren kettinkje, of een laagjesketting met zwarte kralen. Ik heb er al verscheidene versleten. Of verloren, trouwens. Ik ben eraan gehecht. Erzonder voel ik me akelig kaal. Men vraagt me wel eens, vanwaar al die moeite om dat kettinkje om te krijgen? Heeft het een speciale betekenis ofzo? Het antwoord is heel simpel: zonder kettinkje ben ik niet compleet. Dat ding is  natuurlijk totaal onbelangrijk, behalve voor mezelf. Het móet en zál me lukken, hoeveel moeite het me ook kost. Het werd bijna een prestigekwestie.

Maar het lukt me niet meer. Na enkele kale sieraadloze dagen ga ik op zoek naar laagjeskettingen met andersoortige sluitingen. Daarbij stuit ik op Petra’s sieradenshop. Zij maakt laagjeskettingen op maat. Op mijn vraag naar hang- en sluitwerk, geeft ze aan dat er magneetsluitingen bestaan. Ze gaat er een voor me maken. Zodat ik me nog een tijdje eigenhandig kan optuigen. Hoera!


Blauw-blauw...

De Keverclub, de Luchtgekoelde VW-club Nederland (LVWCN) en de Historische Automobielvereniging HAV. Ze zullen me daar niet meer achter het stuur van mijn ouwe trouwe VW Kever zien. Ach, mijn blauwe kevertje... in september al 60 jaar oud geworden. Sinds 1988 in mijn bezit, bijna twintig jaar dagelijks mee gereden. Het is Spartaans rijden in zo’n oud autootje, je moet vol aan de bak: het vergt heel wat spierkracht. Maar het is ook een heel knus en overzichtelijk wagentje en je maakt er vrienden mee. Al 100.000 kilometer mijn trouwe maatje...

De laatste tien jaar gebruikte ik hem alleen nog voor al dan niet door de clubs georganiseerde toerritten. Er in gaan zitten lukte vorig jaar nog, maar dan zit ik wel shocking klem achter het stuur. En ze moeten me er wel weer uit hijsen.Zoon heeft zich de auto stilzwijgend toegeëigend toen hij eenmaal een rijbewijs had en zette de traditie voort. Maar sinds hij zelf een Porsche op leeftijd heeft, is het kevertoeren tot een minimum gedaald. Ik zeg de clublidmaatschappen op.


Blijven plakken

Bij het inplakken van oude foto’s loop ik vast. Behalve dat ik de foto’s met geen mogelijkheid recht in het album krijgt, blijkt ook mijn aloude werkwijze - dubbelgevouwen plakbandje achter de foto - nog nauwelijks uitvoerbaar. Ik klets de hele klus neer en bestel voor ruim tien euro aan fotoplakkertjes. Als het pakje plakkers de volgende dag binnen is, ontdek ik dat dit bijna net zo onpraktisch is als peuteren met plakband.

Gewoon maar doorbijten dus en niet meer uitstellen tot het echt niet meer kan.


Niet op die fiets

Nadat ik zomer 2020 mijn heup gebroken had, heb ik mijn gepensioneerde crosstrainer ingeruild voor een fiets-hometrainer. Zo kon ik bij slecht weer toch een beetje in beweging blijven en het verlies van conditie wat vertragen. Zelf naar de leverancier rijden, in de showroom verschillende hometrainers uittesten, wat was het leven toen nog heerlijk 'normaal'.

Inmiddels heb ik het zadel de afgelopen maanden geregeld een gaatje lager gezet (nee, laten zetten natuurlijk). Hij staat al een tijdje op de allerlaagste stand want ik voelde me niet helemaal senang als ik het ding besteeg. Mijn voeten schoten wel eens van de trappers; op de werking van mijn enkels kan ik ook al niet rekenen. Het ranke toestel is eigenlijk helemaal niet stabiel genoeg om mijn eigen instabiliteit tijdens het opstappen op te vangen.

Ik probeer het vandaag nog een keer; concentreer, balanceer, taxeer - het is over. Ik durf niet meer. Man voert hem meteen af, geen risico’s meer nemen. Liefhebbers voor een fraaie hometrainer??


Opschorten

Toen ik nog werkte, trok ik zodra ik thuis was, mijn oude kloffie aan en knoopte ik een keukenschort voor. Zo lang mij heugt ben ik verknocht aan mijn schorten. Ik nam ze zelfs als souvenir mee uit andere landen. Heerlijk multifunctioneel. Je wordt niet vies. Je hebt altijd iets om je handen aan af te vegen. Dingetjes die in huis rondslingeren stop je in de buidel en het is nog lekker warm ook. Maar ook aan deze traditie komt een eind. Dan weer trek ik een dubbele knoop in de strik of kan ik hem helemaal niet vastknopen en ik moet hulp vragen. Dus exit schort.

Voor mijn slab geldt eenzelfde verhaal. Slab? Ja, slab. Het is zo’n geknoei en gekwijl met eten dat ik twee jaar geleden al een slab voor volwassenen heb aangeschaft. Een heel mooie die, met een jasje of vest erover, kan doorgaan voor een truitje. Heel efficiënt, maar ik krijg de drukknoop in de nek niet zelf vast. Ik begin te googelen en vind heel veel soorten, maten en patronen...


Bordje verhangen

Het is nog geen twee kilometer gaans naar het dorpshuis van het naburige dorp. Zullen we ernaartoe wandelen met de rolstoel, of toch maar in de auto? Gezien de route - schaars verlicht en slecht wegdek - nemen we de auto. Al gauw blijkt dat we net zo goed hadden kunnen lopen. De hoofdweg met daaraan het dorpshuis is onderhanden en afgesloten. Omdat we de rolstoel aan boord hebben, zoeken we toch naar een invalidenparkeerplek aan het afgezette wegdeel. Tevergeefs.

We rijden op de bonnefooi een zijstraat in en zetten daar de auto neer. We zijn op deze manier halverwege weer thuis.Het trottoir is moeilijk begaanbaar. Losse tegels, zanderige stukken zonder bestrating, ijzeren rijplaten, bouwmaterialen op de stoep. Omdat we genoeg hebben van de hindernissen, nemen we het verse asfalt maar. Een zwarte, gladde racebaan, dat schiet tenminste op. Dan opnieuw hortend en stotend over rijplaten en open stukken op het terrein van het dorpshuis. Ha! Pal naast de ingang vinden we dan toch een verkeersbord dat een invalidenparkeerplaats aangeeft. Maar eh... zonder parkeerplaats...


Fotofitness

Een zonnige, stille herfstochtend. Ik wil graag nog een keer naar een plek waar ik vroeger als kind graag mocht ronddwalen, in wat nu de Alde Feanen heet. Toen een verborgen grassig dijkpad met aan weerszijden een vaart, nu een platgereden toeristisch schelpenpaadje met hier en daar bankjes en afvalbakken. Hier liggen herinneringen aan een zorgeloze jeugd

G. schuift kalm de rolstoel over het verlaten paadje en over de (te) steile bruggetjes. Sentimenteel zuig ik de indrukken diep in me op. Het ritselen van de dorre bladeren, het knisperen van de schelpen, de in de verte gakkende ganzen, een late koekkoek. De tegen de rietkraag klotsende golven dragen de geuren van het najaar mee. ‘Roep maar gewoon ho als je even stil wilt staan, hoor’, zegt G., ‘dan stop ik en dan kun jij foto’s maken’. Ik maak inderdaad tientallen foto’s. Achterstevoor in de stoel, voorover hangen, helemaal opzij draaien, camera instellen - alles voor een mooie plaatje.

Na een kilometertje of twee vraag ik G. of het duwen over het ruwe pad haar niet te zwaar wordt. Maar nee, ze wil wel even door. We vervolgen de route langs het kronkelende zandpad waar ik me vroeger alleen op de wereld waande. Ik geniet van het door kalende takken van gouden wilgen gefilterde zonlicht, van het rustgevende ruisen van het riet en de frisse wind door mijn haren. Het fotograferen is verslavend; ik ben bekaf, maar als je de kans krijgt, moet je hem met beide handen aangrijpen!


Duimpje

Niet bij stilgestaan. Maar nu wel. Letterlijk. Gewoon op het knopje drukken op de paal bij de fietsersoversteek en wachten op groen licht. Maar deze keer lukt het niet. Ik richt de vinger naar de knop, maar als ik die wil indrukken, zweeft de vinger doodleuk weg. Achter me hoor ik een brommer irritant ongeduldig gasgeven. Ik rangeer de fiets maar zo dicht mogelijk bij het paaltje en breng de rechterarm, ondersteund door de linker, naar de knop. In de roos! Maar wat gaat die knop zwaar! Gelukkig blijkt de duim het wel aan te kunnen. Vrijwel meteen floept het licht op groen. Eer ik goed en wel weer op gang ben, racet de brommer me al voorbij. De berijder steekt de duim naar me op.


Stoep

Van buiten oogt het complex waar we moeten zijn, ontworpen door de bekende architect Berlage, imposant en streng. Een invalide-P is niet te vinden, maar tegenover het gebouw is nog net een plekje waar je normaalgesproken niet mag staan, maar met de parkeerkaart vast wel. We parkeren en ik volg Man richting het gebouw. Tot ik ineens van de stoep af op straat moet stappen. Hoe moet dat ook weer? Vooruit? Achteruit? Rollator optillen? Help!

Na een paar verkennende pogingen concludeer ik dat achterstevoor de meest veilige methode is. Er is geen verkeer te bekennen dus langzaam en geconcentreerd begin ik met de afstap. Het verkeer is al lang weer op gang als ik eindelijk met de neus in de goede richting op straat sta. Toch niet zo heel erg veilig...

 


Briefopener

Post openmaken is een kwestie van een vinger tussen de achterflap zien te peuteren en dan scheuren maar. De inhoud uit de envelop halen is een kwestie van op goed geluk vastknijpen en trekken. Mijn meeste poststukken en brieven komen dan ook zwaar gehavend uit de verpakking.

Maar de condoleerkaarten die na het overlijden van mijn moeder binnenstromen, wil ik toch met respect behandelen. Met mijn ene hand ‘stevig’ op de envelop gedrukt en mijn verzilverde briefopener in de andere hand, probeer ik de post netjes te openen. Het mag niet baten. Steeds weer slipt de envelop onder mijn hand vandaan en raakt de opener uit koers. Uiteindelijk krijg ik ze op een of andere manier wel open, en eerlijk is eerlijk, de scheur is iets rechter dan anders. De kaarten krijgt ik er net zo min uit, dus toch maar gewoon weer de envelop uiteenscheuren. De briefopener kan met pensioen.


Beurt voorbij

De auto gaat vandaag naar de garage voor zijn jaarlijkse beurt. Mij is dit jaar niet eens gevraagd of ik hem vandaag wel kan missen. Weer met mijn neus op de pijnlijke feiten gedrukt.


Kerststraten

Man is met zijn studenten op stap in Leeuwarden. Daardoor kom ik op het idee om even op de webcams van de stad te kijken, gewoon omdat het kan. Dan voelt het of ik er ook een beetje bij ben. De schemering is al neergedaald in de vertrouwde winkelstraten en duizenden lampjes zorgen er voor gezellige kerstsfeer. Een warme gloed straalt van de terrassen. Ik zie mensen fietsen, parkeren, praten, winkelen, wandelen. Maar opeens golft een hevige kilte door me heen. Al die mensen daar, waarom zij wel, en ik niet? Ik klik snel weg. Wat niet weet wat niet deert.


Koos Postema

Ineens snap ik waarom K. onlangs pissig werd toen ik een stukje met hem mee zou rijden. Hij wilde me achterin laten stappen maar ik beduidde dat ik voorin moest. Mijn koninginnengedrag strookte kennelijk niet helemaal met zijn plan, maar hij opende wel het voorportier voor me - en bleef daar voor de geopende deur staan. Ai.

Ik dacht razendsnel na. Hoe maak ik hem, zonder zijn irritaties aan te wakkeren, duidelijk dat hij daar weg moet? Ik moet immers achterstevoor met de rollator naar de deuropening. Ik zag zijn ongeduld toenemen terwijl ik redelijk wanhopig cirkelbewegingen met mijn arm maakte. Hij begreep niet wat ik wilde en ik kon het ook niet uitleggen.

‘Dan moet je ‘t zelf ook maar weten’, foeterde hij en stevende weg. Als iemand boos tegen me doet, kunnen mijn neuronen dat niet meteen verwerken dus ik blokkeerde compleet. Na enkele seconden slaagde ik er toch in mijn rondje te draaien en achteruit naar de passagiersstoel schuifelen. K. pakte de rollator, legde hem in de klep en we hebben het er niet meer over gehad.

Vandaag zap ik langs een tv-programma waarin oud-televisiepresentator Koos Postema wordt gevolgd. Ik zie hem samen met zijn kleinzoon naar diens auto wandelen met een rollator - die hij achter de auto laat staan. De laatste meters legt hij moeizaam, maar zonder loophulpmiddel, af. Aha!! De vorige keer dat ik met K. meereed, kon ik dat ook nog...


Bellen uitgesloten

Wat is het leven toch ingewikkeld als je je spraakvermogen kwijt bent en je dingen moet regelen!

Zo worstel ik al maanden met een storing op Toon, de intelligente thermostaat van Eneco. Ik was  juist geweldig blij met Toon, omdat ik hierdoor de kacheltemperatuur en het programma met mijn mobiel kan bedienen. Staand de tiptoetsen van de thermostaat bedienen is geen doen.

Toon geeft zelf een stappenplan aan voor het oplossen van de storing. Met veel moeite heb ik die stappen uitgevoerd. Niets hielp. Eneco adviseert vervolgens om je internetprovider te benaderen, in mijn geval KPN. Na een lange reis door de klantenservice van KPN vind ik in een verborgen hoekje de mogelijkheid om te chatten. Het blijkt echter een digitale assistent te zijn. Na diverse vragen die de assistent natuurlijk niet begrijpt, verschijnt de mogelijkheid om contact te krijgen. Dan blijkt dat er geen menselijke assistenten aanwezig zijn en dat je de klantenservice moet bellen. Ik voel me  soms zo buitengesloten.

Ik gooi het over een andere boeg en begin bij de bron van het probleem: Eneco en storingscode D03. Ook hier lange tijd cirkeltjes draaien door een lange lijst van standaardvragen op de website. Ik kom in een soort chatmenu terecht en krijg de vraag of ik contact wil met ‘een collega’. Ha, nu gaat het lukken! Uit het keuzemenu kies ik Toon. Waarna ik weer naar hetzelfde verhaal over het oplossen van foutcode D03 wordt geleid. Waaróm?!

Ik staak de zoektocht maar weer. Mijn voice mail blijkt ondertussen te zijn ingesproken door de Revalidatie. Of ik even terug wil bellen over mijn afspraak... ! Ik ontplof zowat. Die vanzelfsprekendheid van 'even bellen', grrrr!! Bovendien, dat weten ze daar bij de Revalidatie nu zo langzamerhand toch wel? Maar goed, ik weet zo langzamerhand dat ik begrip moet hebben voor mensen die begrijpelijkerwijs geen begrip voor mij hebben. Dus maar weer een vriendelijk mailtje sturen. De dame put zich uit in verontschuldigingen en ik krijg een datum.

Meteen maar even online een WMO-taxirit voor die dag regelen. Het gaat om een doktersafspraak dus ik moet op tijd aankomen. In zo’n geval kun je een prioriteitsrit boeken. En ja hoor: dat kan dus alleen telefonisch!

Veeg mij maar bijelkaar. Hoezo inclusieve samenleving?!?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.