Fiets ik op mijn dooie akkertje langs een paar geparkeerde vrachtwagens, hoor ik opeens een sissend geluid. Waarschijnlijk de luchtremmen van een van die vrachtwagens, concludeer ik. Maar een paar honderd meter verder hoor ik het weer. Geen auto's in de buurt, laat staan vrachtauto's. Een kwade kat? Een ontsnapte slang? Ik kijk om me heen maar al wat ik zie zijn huizen en tuinen maar geen boze beesten of mensen.
Pssss, psss klinkt het weer achter me. Lekke band? Ik voel en zie niks ongewoons en als er een band leegloopt dan merk ik het vanzelf, ik kan er toch niets aan doen. Wel fiets ik voor de zekerheid een beetje sneller. En opnieuw hoor ik het sissende geluid, steeds maar weer. De kapuchon van mijn jas schuurt langs de rugleuning! Het lukt me niet om het ding wat weg te trekken, dus het vreemde buzzen blijft maar doorgaan. De veroorzaker gevonden?
Doe het niet zelf
Na een tijdje passeer ik de Doe-Het-Zelf-zaak en dan gebeuren er twee dingen tegelijk. In mijn zijspiegel zie ik Man op zijn fiets opdoemen, toevallig net op weg naar de DHZ. Gelijktijdig roept een man vanaf het winkelterrein me aan. “Uw tas sleept achter de fiets aan, hoor!” Aha! Ik fiets aanvankelijk door want ik besef dat ik toch niet zelf die tas weer aan boord kan hijsen. Bovendien is het toch maar een oud reclametasje en kostbaarheden zitten er niet in.
Maar hé, wat doe ik moeilijk; man fietst immers achter me! Ik keer om hem tegemoet te fietsen zodat hij de tas weer terug in de bagagemand kan leggen. Man kijkt echter op noch om, plempt zijn fiets pal voor de winkel en gaat naar binnen. De attente man echter ziet me terugkomen en loopt direct naar me toe. Hij trekt zich niks aan van mijn onbeholpen gebrabbel en legt de tas terug in de bagagemand, onderwijl vertellend wat hij gaat doen en hoe hij het gaat doen, alsof hij een arts is die stap voor stap een ingreep uitlegt.
Ik bedank de behulpzame man met een lach en vervolg vrolijk mijn weg. Dat is toch maar weer mooi met een sisser afgelopen.