Reputatieschade

Een halfuurtje later dan anders vanwege een hevige regenbui word ik opgehaald voor het wandeluurtje. Ging ik voorheen zelfstandig naar buiten, nu laat ik mezelf naar buiten rollen om aldaar de gereedstaande scootmobiel te bestijgen. In snel tempo gaan we tussen de druppels door naar het verzamelpunt bij het zorgcentrum, waar de regen prompt weer met bakken uit de lucht valt. Net op tijd geraken we allemaal onder dak in de kleine hal om ook deze bui maar om ons heen te laten gaan. De ene donderklap na de andere rolt boven ons voorbij. Volgens de buienradarfreak (ik dus) wordt het na een kwartiertje weer droog. We hebben allemaal zin in de wandeling dus we wachten lijdzaam af tot het opklaart.

Ik word intussen tot weervrouw gebombardeerd. En ook tot reisleider, omdat ik zo bedreven ben met mijn scootmobiel (zeggen ze) en ik beaam dat ik wel los vertrouwd ben (zoals ze zeggen). Grootspraak die dus een zware verantwoordelijkheid oplevert. Wat de weersverwachting betreft, kan ik die plicht aan: na precies een kwartier kunnen we eruit. Buiten is het broeierig  en benauwd en de zon steekt. De jassen kunnen uit! We zijn zo'n drie kwartier later van start gegaan dan normaal, dus we voelen ons wat beschroomd om te roepen dat we wel een flink blok om willen. De begeleidsters geven echter aan dat ze alle tijd hebben en dat het voor hen net zo goed een uitje is. Voor sommigen is het zelfs eigen vrije tijd. Wij mogen beslissen waar we langs gaan. Dus we genieten van de zon en de warmte en de bloemenpracht in de tuinen en langs de weg. 


Voor paal

Als de oudste en tegelijk de kwiekste van de groep te moe wordt, zetten we koers naar de buurtsuper. De één wil koffie, de ander kaarten, weer iemand wil een ijsje en de vierde (ik dus weer) gewoon wat lekkers. Wanneer mijn mede-scootmobielrijdster moppert dat dat ding zo lastig te beheersen is, vertel ik haar dat ik onderwijl ervaring heb opgedaan met een elektrische rolstoel. Dat dat nog nauwer luistert dan het besturen van een scootmobiel; maar dat ik glansrijk voor mijn eerste les slaagde en een 'natuurtalent' genoemd werd. We lachen er smakelijk om. Ze verraadt me dat ze toen ze de scootmobiel pas had, de pui van de voormalige RABO-bank geramd heeft. In een reflex kneep ze in de snelheidshendel als ware het de handrem van een fiets. Bij een scootmobiel moet je de hendel juist loslaten om tot stilstand te komen. Iedereen met zo'n vehikel weet het, maar de helft vergeet het als het erop aan komt. De stalen kozijnen waren helemaal verzet, vertelt ze.

Als reisleider en natuurtalent overkomt mij dat uiteraard niet. Vol goede moed rijd ik als eerste de winkel binnen, linea recta naar de bekende koffiehoek. Er schiet me te binnen dat ik de groep op iets lekkers wilde trakteren. Even terug naar de koekstelling dus. Ik gooi hem in de achteruit en maak een soepel bochtje om langszij het schap met bakkerskoeken te komen. Kláng!! Keihard ram ik een stalen pilaar die de plafondconstructie van de winkel draagt. Over het hoofd gezien! De adem stokt in mijn keel. Voor mijn geestesoog stort de halve winkel al in, in een flits zie ik zelfs spectaculaire filmpjes van bewakingscamera's op internet verschijnen met dito koppen. Roekeloze scootmobielrijder sloopt supermarkt.

Na een paar tellen versteend te zijn geweest, besef ik dat het dak niet naar beneden komt en maakt mijn schrik plaats voor de slappe lach. Dat wordt er niet beter op als een hoofd vanachter de gevulde koeken omhoog rijst. "Laat je mijn winkel wel even heel??" De bedrijfsleider kan er gelukkig ook om lachen. Bij inspectie van de stalen balk blijkt dat die totaal niet verzet is zoals ik vreesde, en bovendien al vol kleine krassen zit, van winkelkarren en sukkels zoals ik. Wat een reisleider... Niet meer los vertrouwd. Het enige dat op dit moment instort, is mijn reputatie. 

Wie zet nou ook palen middenin een winkel

Een boekje opendoen

Mijn imago als natuurtalent krijgt nog een keer een knauw als we opbreken en de brigade op pad gaat naar de onderscheidenlijke domicilies. Ter verschoning van mezelf eerst even dit: ik leef al maanden in onmin met het laadlampje van de scootmobiel. Het lichtje knippert onafgebroken. Aanvankelijk zocht ik mijn toevlucht tot het instructieboekje teneinde de beweegredenen van dat vermaledijde lampje te doorgronden. Helaas, het lukte niet om het euvel te verhelpen; het lampje bleef continu flikkeren. Maar de scootmobiel deed het gewoon. Uiteindelijk negeerde ik het nerveuze geknipper maar, hoewel er ontegenzeggelijk toch iets met de stroomvoorziening aan de hand moest zijn. Of wellicht met het boekje.

Sindsdien houd ik wél met argusogen het aantal streepjes in de gaten dat de accucapaciteit weergeeft. Toen ik  vanmiddag van huis ging, waren er vier van die rode streepjes. Genoeg dus. Volgens het boekje zouden de streepjes overigens groen moeten zijn, maar dat ligt vast ook (?) aan het boek. Bij het verlaten van de supermarkt evenwel licht op mijn dashboard doodleuk afwisselend één streepje en géén streepje op. Chips! En ik begin me echt zorgen te maken als de scootmobiel na een paar honderd meter niet meer op snelheid wil komen.

"Dat doe je me toch niet aan, hè," verzucht de buurtzorgster die me thuis gaat brengen. Maar helaas, na met grote moeite een wegdrempel te hebben bedwongen stopt de machine er echt mee. Dankzij de vrijloopstand kan I. het ding vooruitduwen, maar na een paar minuten hijgen en puffen in de warmte loopt ze rood aan. 'Wacht maar even,' zeg ik en ik draai de sleutel nog eens om. Gokje - maar het werkt en hij doet het weer, zij het met een slakkengangetje. Met horten en stoten halen we zo op het nippertje onze carport.

"Ik verwacht vanzelfsprekend wel dat je over de voorvallen van vanmiddag een verhaaltje schrijft," spreekt I. quasi-bestraffend voor het leed haar aangedaan. "Mooie boel weer met jou!". Ik sputter uiteraard in eerste instantie tegen want dan loopt mijn reputatie als onbetwiste meesteres van het mobiliteitshulpmiddelenimperium een flinke deuk op. Maar inderdaad, dit avontuur vraagt om boetedoening...

De koffiehoek