Oh nee, dit laat ik me niet weer gebeuren! Bij Schindler's List heb ik het al voorgoed met mezelf afgesproken: dit niet weer! Tijdens de openluchtvoorstelling naar die bekende film werd ik met mijn rolstoel gevoeglijk vooraan geplaceerd. De rest van de familie echter moest van de organisatie achter mij zitten. Met als gevolg dat ik de hele avond het gevoel had in mijn eentje uit te zijn en doodongelukkig was. Ik kan me immers niet achterom of zelfs maar zijwaarts draaien in de rolstoel, en over praten met mensen achter me hoeven we het niet eens te hebben. Dankzij deze ervaring ben ik wel zo listig geworden dat ik sindsdien altijd bij theaters of concertzalen om een rolstoelplek met de begeleider ernáást vraag. Kan je toch wat opmerkingen uitwisselen of via de spraakapp communiceren. Wel zo gezellig!
Maar deze keer is mijn mailtje niet goed overgekomen, vrees ik. De gereserveerde invalidenparkeerplek bijvoorbeeld blijkt er niet te zijn. Gelukkig zijn er voldoende andere parkeerplekken en verder lopen heeft ook zijn voordelen: zo zie ik nog eens wat! De ontvangst in de Bonifatiuskapel, waar het stuk De fury fan Dokkum (over verzet en razernij en bloedige opstand in Dokkum in de 16de eeuw) wordt opgevoerd, is hartelijk en de medewerkers zijn behulpzaam. Maar of er op ons is gerekend op grond van de mail valt te betwijfelen. Ik word op een speciaal voor rolstoelen gebouwde verhoging geparkeerd naast twee dames - die om raadselachtige reden daar op gewone stoelen zitten. En blíjven zitten ook. Daarmee is het platform vol en komt Man noodgedwongen vóor me op een houten bankje terecht. En daar zit ik dan, tegen zijn rug aan te kijken. In enkele tellen flitsen bittere flashbacks door mijn brein. Furieus ben ik!
Drama
Man ziet het probleem niet zo en is niet van plan om er achteraan te gaan. Maar ik kom in opstand! Ik ga niet in mijn helemaal alleentje toeschouwertje spelen. Kan ik net zo goed voor de tv zitten. Ontevreden over mijn plek pak ik de spraakapp erbij en typ een vriendelijke doch dringende boodschap voor een van de rondlopende vrijwilligers. Uitdagend laat ik het eerst aan de beide dames naast mij lezen in de ijdele hoop dat ze vrijwillig het veld gaan ruimen. Wat doen zij hier eigenlijk op het rolstoelpodium? Ze voelen zich evenwel duidelijk niet geroepen om ruimte voor mijn wederhelft te maken.
Dan wend ik me maar tot iemand van de crew. Zij begrijpt mijn punt en neemt meteen actie. We kunnen naast elkaar op een ander plateau plaatsnemen, waar net ook een andere rolstoeler met begeleider is neergestreken. Het zicht op het toneel is er wel wat minder waarschuwt ze, maar volgens Man, die eerst even op verkenning gaat, valt dat genoeg mee. Met vereende krachten wordt de rolstoel zo getild en gedraaid en zelfs deels gedemonteerd, dat ik voldoende zicht heb én Man aan mijn zij heb. Toch wel beter zo, beaamt hij. De beide dames op het andere plateau steken vanuit de verte instemmend hun duimen op. Eigenlijk raar dat ze ons niet meteen naar deze plek dirigeerden, want het plateau was toen nog leeg.
In de pauze wordt ons bij wijze van uitzondering gratis koffie en thee gebracht, vermoedelijk een bakje troost voor de verplaatsingsperikelen. Blij dat ik in verzet gekomen ben en dat we side by side kunnen genieten van dit historisch drama. (Voor de liefhebbers was er als bonus op het rolstoeltoneel ook boeiend hedendaags drama te beleven, compleet met razernij en een licht ontvlambare furie.)
Reactie plaatsen
Reacties