Wie ben ik?

Nynke Duijff-Veenstra (1966) | nuchtere Friezin | getrouwd, studerende zoon en dochter | communicatie | tekst | taal | Frysk | Fryslân | Provinsjale Steaten | Fryske Akademy | grafologie | stenografie | schrijven, tekenen, schilderen | fotografie en film | zeilen | VW Kever | kokkerellen | tuinieren. 

Blijven lachen en relativeren | zie de schoonheid der dingen | verspil je energie niet aan negativiteit | jezelf niet al te serieus nemen | het zijn de kleine dingen die het doen.

ALS (2019) | PLS (2016).


Van typmiep naar statenondersteuner - en terug

Al heel jong zat ik te typen achter de typmachine van mijn oma als ik bij haar logeerde. Later kreeg ik van haar een eigen typmachine en sindsdien is mijn tekstproductie niet meer te stoppen! Na het gymnasium ging ik eerst maar eens een opleiding tot directiesecretaresse te volgen: lekker veel talen, en brieven en verslagen tikken! Stenografie (in vier talen) vond ik geweldig. Daar werd ik zelfs Nederlands kampioen in en ik gebruikte het tot voor kort nog dagelijks. (Anno 2025 lukt schrijven helaas niet meer). Ik rolde als vanzelf maar onbedoeld het secretaressevak in. Onbedoeld, ja. Ik had eigenlijk Klassieke talen willen studeren.

Na uiteenlopende secretariële banen werd ik directiesecretaresse bij onderzoeksinstituut de Fryske Akademy (waar ik mijn man ontmoette) en daar groeide ik door tot communicatiemedewerker. Later volgde ik naast werk en jong gezin alsnog de driejarige volwassenen-HBO-opleiding Communicatie en kwam ik op de griffie van Provinciale Staten van Fryslân terecht. Ik voelde me in het hart van de Friese politiek als een vis in het water. Maar toen kwam eerst PLS en drie jaar later ALS roet in het eten gooien.

Nu kan ik nauwelijks nog een pen vasthouden, laat staan een schrijfbeweging aansturen. De steno bleek eerst nog een uitkomst wanneer ik voor mezelf iets moet noteren, de schrijfweg is stukken korter. Maar nu zijn voor anderen mijn gewone schrift en mijn steno niet meer van elkaar te onderscheiden. Voor mezelf trouwens ook niet.

Wat ik wel nog steeds kan, is achter de computer zitten en typen. Net als vroeger en net als in mijn werk: verhaaltsjes verzinnen, teksten componeren, verslagen schrijven. Ik doe er ontzettend lang over want de vingervlugheid van vroeger is volledig verdwenen, maar ach, ik heb alle tijd. Hoop ik.

Zo geven de Sprakeloosjes me een leuk tijdverdrijf en iets om voor te gáan - na alle ambities en plannen die in rook zijn opgegaan door deze rotziekte. En als een ander aan het lezen van mijn verhalen plezier beleeft of er iets van opsteekt, is dat alleen maar dubbel mooi!

Wat als je je stem niet meer kunt gebruiken?

Dan ga je schrijven!