Klap

Zoon met Porsche (1982) en Dochter met de VW Kever (1962) en ik op de driewieler, zo rijden we naar een oldtimerfestival in het dorp 6 km verderop. Zij staan al helemaal geplaceerd als ik nog eens aan kom peddelen. “U wilt met de fiets op het terrein?” vraagt een vrijwilliger bezorgd. Hij waarschuwt dat ik vast kan komen te zitten, maar ik laat me niet ontmoedigen en fiets over de stalen rijplaten het terrein op. Het blijkt een geasfalteerde ijsbaan annex skeelerbaan blijkt te zijn, dus geen probleem. Wel zie ik verschillende gepoetste pronkstukken die wel naast de baan zijn geraakt en behoorlijk  besmeurd zijn met blubber en modder. Diverse auto’s hebben diepe sporen achtergelaten in het omringende drassige grasveld.

Na een uurtje houd ik het voor gezien en Zoon wandelt even met me naar de uitgang, waar net tientallen brommers arriveren, ze hebben net een ‘gehaktballenrit’ gereden. We wachten ook nog even op een oud busje dat verlaat over de rijplaten binnenkomt. In een split second besef ik dat bestuurder de binnenbocht gaat nemen, en daar sta ik dus. Ik probeer zo snel mogelijk - en dat is tergend traag - met mijn voeten de driewieler achterwaarts te rollen het stuur weg te draaien maar ik zie de flank van het busje met angstwekkende vaart op me af komen. Ik kan niet méér aan de kant. Ik zet me schrap voor de klap.

Het zijn er vijf. Vijf klappen. Zoon, die al een paar maal ‘ho’ heeft geschreeuwd tegen de bestuurder, mept uit alle macht met zijn vlakke hand op de laadbak van het busje. Dat helpt. De man schrikt en stopt, net op tijd. Hij wisselt door het geopende raam een paar woorden met ontzette omstanders en ik krijg de tijd om een veilig heenkomen te zoeken. Hij heeft me gewoon over het hoofd gezien. “Dat scheelde niks,” merkt een bezoeker tegen Zoon op, “wat goed dat je op het busje hebt geslagen!” Nou, inderdaad. Anders had ik in het beste geval de WMO om een nieuwe trike moeten vragen. Toch maar eens een vlaggetje en een oranje vestje aanschaffen?


Op stap en afstap

Even een bezoekje aan mijn 87-jarige vader brengen, heeft heel wat voeten in de aarde. Zoon rijdt me ernaartoe in mijn eigen kevertje. Waar ik deze keer niet helemaal zelf uit kan komen, trouwens.

‘Het huis met de duizend drempels,’ noemt Vader zijn eeuwenoude woning. Die drempels zijn nog daaraantoe, maar de opstapjes zijn ware hindernissen. De voordeur is al onbereikbaar voor me geworden. Vorige keer nog tilde ik bij de achterdeur mijn rollator op, zette hem in de gang en klom er zelf voorzichtig achteraan. Deze keer is optillen geen optie meer, domweg geen kracht en geen balans.

Ik posteer mezelf uiteindelijk tegen de buitenmuur waarna Vader de rollator naar binnen tilt. Nu ik nog. Help! - een kast die me altijd als steun diende bij het binnengaan, blijkt verzet te zijn. Vader binnen houdt de rollator vast en Zoon buiten staat klaar om me op te vangen mocht het misgaan. Als een tijger die zijn prooi besluipt en eerst schijnbewegingen maakt, schat ik schommelend de kracht in waarmee ik de stap kan wagen. Drie zuchten van verlichting klinken tegelijk als ik eenmaal binnen ben. Een paar meter verder bevindt zich eenzelfde opstap. Het hele ritueel herhaalt zich.

Als we weer vertrekken, stap ik achteruit van het afstapje en ik klamp de muur vast terwijl Vader de rollator van de verhoging tilt. Pas als ik hijgend en trillend weer buiten sta, valt mijn oog op een oude rollator die staat te verstoffen in de gang. Ooit had hij die nodig, maar tegenwoordig redt hij zich weer prima. “Als je nou de volgende keer jouw rollator binnen stand by zet, dan hoeven we de  mijne niet zo omslachtig van buiten naar binnen te halen. Hoef ik niet weer levensgevaarlijke toeren met muren uit te halen!”

Ik kom heelhuids bij mijn autootje terug. Bij het instappen (lees: in-laten-ploffen) loop ik alsnog averij op als ik mijn hoofd stoot.

Jeugdfoto op het bewuste stoepje


Schaapachtig

Deze keer komt de fysio niet naar mij toe, maar hebben we afgesproken dat ik bij haar kom. De zit-hometrainer waarmee ze al tijdje opgescheept zit, is nu in haar praktijk en kan uitgeprobeerd worden. Ik zal een appje sturen als ik aangekomen ben, zodat ze me met een rollator kan ophalen bij de fiets.

Tijdens het aantrekken van mijn schoenen zie ik tot mijn verbijstering dat een aantal schapen in Man's smetteloze moestuin zich tegoed doet aan de jonge prei- en koolplanten.

Inmiddels geroutineerd stuur ik maar weer een bericht in de buurtapp: help, schapen weer ontsnapt! Bijna direct antwoordt een buurvrouw dat ze 'drie geweldige mannen in huis' heeft die ze op pad stuurt om te helpen. Ondertussen bestijg ik de driewieler en probeer de schapen de goede kant op te drijven. De drie vriendelijke en geduldige jongemannen zijn inderdaad geweldig. Ze lokken de dieren rustig mee naar het weiland en barricaderen het hek tussen erf en land. Dat blijkt namelijk door de wollige vandalen half gesloopt te zijn.

Bij de fysio test ik de hometrainer en laat hem opmeten. De fysiotherapeute maakt nog een foto van mij op het apparaat, die ik ‘s avonds enthousiast aan Man laat zien. "Kijk eens, die kan ik voor een prikje krijgen!" Die reageert minder enthousiast. "Waar wou je dat ding laten? Het huis is immers vol." 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.