Een oorverdovend getoeter, een stampende dieselmotor en zo'n 18 wielen en misschien wel evenveel tonnen aan gewicht. Een reusachtige vrachtwagen baant zich gestaag een weg over een leeg grasveld; leeg, op één ding na: een rolstoel. Met iemand daarin. Een macabere film? Een sinister computerspelletje? Een nare nachtmerrie misschien? Niets van dat al. Het overkomt mij op een truckfestivalterrein.

T en F stellen hun lieftallige Ford vrachtauto uit 1970 hier op een retrotruckfestijn ten toon. Zoon en ik zijn op bezoek. Geheel in stijl zijn we met mijn eigen ouwe trouwe kevertje van 1962 gekomen, waarin ik de laatste jaren slechts nog bijrijder ben. Na een wandel-rol-rondje langs al het glanzende en reusachtige plaatstaal waarnaast de rolstoel en ik in het niet vallen, laat Zoon me even achter om samen met T een fraaie DAF aan een nadere inspectie te onderwerpen.

Retetruck

En daar sta ik, midden in dat weidse veld, dommelend en mijmerend in het warme middagzonnetje, als plotseling een claxon met onnodige oorverdovende decibellen me als door een wesp gestoken omhoog doet stuiteren. Bijna verblind door het blinkende chroom ontwaar ik door mijn oogharen een gevaarte dat traag en dreigend nader schrijdt. Ik voel me hulpeloos en ineens ontzettend nietig. Vanuit rolstoelperspectief is alles toch al zo ontzaglijk en omineus, maar dit is wel eventjes next level. Zo moet een mier zich voelen vlak voordat hij vermorzeld gaat worden door een olifant.

Ik moet maken dat ik weg kom en snel ook! Afzetten met de voeten lukt zo gauw niet want de voetensteunen zitten in de weg. Sjorren aan de hoepels van de rolstoel om voor- of achteruit te rollen, is zinloos: door de grassige grond krijg ik er geen beweging in. Help! Mijn stemloze schreeuw wordt in de kiem gesmoord en niet gehoord... De angst maakt zich van mij meester. Ik realiseer me dat ik gevangen zit. Overgeleverd aan de grote boze buitenwereld in de gedaante van een megalomaan ronkend monster.

De rollen voorgoed omgekeerd (2004/2024)

Stijlloos

Opgesloten, machteloos. Ik zal toch niet hier en nu verpletterd worden door een megatruck?! Speelt de bestuurder een partijtje invalidetjepesten? Hoewel, zo'n chauffeur zou wel geschift zijn als hij ten overstaan van het publiek een weerloze gehandicapte zou overrijden. Toch? Weer die luid loeiende toeter. Misschien toch geschift? Ziet-ie me eigenlijk wel? Is-ie de weg kwijt? Of het stuur?

Eindelijk krijgt Zoon in de gaten dat er een vrachtrijder rechtstreeks op zijn weerloze moedertje afkoerst. Alsof ik niet net in doodsangst heb gezeten en alsof er alle tijd van de wereld is, duwt hij me rustig opzij naar veiliger oorden. Brullend rijdt de truck rakelings achter ons langs. T komt ook weer tevoorschijn. "Wat doe jij nou?" gniffelt ze, "je laat je toch niet omver rijden door een Scánia?" Om er op een poeslief toontje nog een nuttige tip aan toe te voegen: "als je per se dood wilt, kies dan liever een DAF, dat is wat stijlvoller."


Update 

Het was achteraf alleen de truck. Hooguit zes wielen. (Maar de paniek was er niet minder om.)
En dat met die DAF kan nog wel even wachten!