Hij bestáát, mailde ik de ergotherapeute enthousiast toen ik bij toeval de Arollo van de firma A-Make op internet ontdekte. De ergo en ik hebben ons het afgelopen jaar het vuur uit de sloffen gelopen om een trippelstoel met grote wielen te vinden. Met grotere wielen zou hij namelijk gemakkelijker niveauverschillen moeten kunnen overwinnen, had ik beredeneerd. Jammergenoeg was er niets in die trant te vinden. Of iemand zoiets dan op maat kon maken? Helaas, overal nul op het rekest. Uiteindelijk is, bij gebrek aan beter, de elektrische rolstoel in huis gekomen.
Ik wilde natuurlijk weer het onmogelijke: een kruising tussen rolstoel en trippelstoel: één en hetzelfde mobiliteitshulpmiddel waarmee ik het hele huis mee kan doorkruisen, dat met een simpele druk op de knop in hoogte verstelbaar is en waarmee ik tegelijk bewegingsvrijheid heb. In de elro voel ik me opgesloten, die beperkt me te veel in mijn bezigheden. De gewone rolstoel kan niet hoog-laag, de trippelstoel kan niet over de drempels en voor de rollator zijn de afstanden in huis te groot. Ik ben de hele dag aan het wisselen in mijn transferium, heb voor elke situatie een ander setje benen nodig.
En nu vind ik dus zomaar de Arollo. De oplossing?


Ei van Columbus
Ik ben ontzettend benieuw of de trippelrolstoel inderdaad het ei van Columbus is; mijn verwachtingen zijn hooggespannen. Op een zaterdag komt een elegant heertje met Hugo de Jongeschoenen, samen met zijn flamboyante Iranese echtgenote M. op bezoek. In het dagelijks leven runt ze een schoonheidssalon maar op dit tripje naar Fryslân vergezelt ze graag haar man H., werkzaam bij A-Make. Wat hij daar precies doet, blijft in het ongewisse, duidelijk is in ieder geval wel, dat bezorgen en uitproberen geen gesneden koek voor hem is en dat de aanwezigheid van zijn welbespraakte wederhelft daarbij een uitkomst is.
Ze halen dan ook heel huiselijk samen de Arolla trippelrolstoel met zijn opvallende witte 'sokjes' uit het busje. Waar hij met de handen in het haar zit, vult zij met een natuurlijke nonchalance aan. Het is een wonderlijk schouwspel. In allerlei bochten buigen ze zich over het rollend hulpmiddel: zij met haar fladderende gewaden en golvende gitzwarte haren, hij met zijn lenige, tengere gestalte; alsof ze dadelijk bij wijze van bonus nog rond de keukentafel de flamenco gaan dansen.
Samen zijn ze de hele middag met me in de weer, trippelrolstoel testen, anders afstellen, drempelhulpen leggen en verplaatsen, hele huis inclusief op- en afstapjes betrippelen, deur- en drempelmaten nemen, wieletje anders, knopje anders... Tussen de bedrijven door laten ze zich de door Man geserveerde thee met koekjes goed smaken. Er wordt uitgebreid over verre wederzijdse kennissen gepraat en over Iran en gewoonten en vrouwenrechten in dat land. Al met al gewoon een gezellige (en voor mij afmattende) visite. Hm... verkooptactiek?



Inside leg
Op een gegeven moment wil H. verschillende lichaamsmaten van mij weten voor een stoel op maat. Daar steekt zijn vrouw een duimstokje voor, zíj doet dat wel. "Bij vrouwen moet je een vrouw laten meten. Dat hoort zo." Terwijl ze mijn benen opmeet krijg ik onbedwingbare associaties met de binnenbeenmetingen van de onnavolgbare mr. Humphries. Het kost me de grootste moeite me goed te houden.
Ik ben uiteindelijk doodop als ze vertrekken, kan amper nog overeind komen. En ik ben in een waas van vermoeidheid blijven hangen aan een huurcontract van twee weken, voor 160 euro inclusief afleveringskosten. Is zo'n uitputtingsslag ook verkooptactiek? Maak de klant zo murw dat-ie met alles wel wil instemmen?
De man zei nog tot Man (waarom tot hem en niet tot mij, vraag ik me dan af): 'denk je dat ze hem echt gaat gebruiken als we hem hier laten? Of zet ze hem meteen aan de kant?' Man heeft wel vertrouwen in mij. We besluiten hem twee weken op proef te houden. Huren, dus. Daarna zullen ze hem weer ophalen én nog twee andere types op proef meenemen, en meer drempelhulpen. Na het weekend krijg ik al een offerte binnen van ruim 5000 euro voor een trippelrolstoel op maat. Oef.

Drie op een rij
Mijn enthousiasme is na één dag krabbelen al danig getemperd en ik besef dat dit ding - hoewel het beslist voordelen heeft - toch niet echt aan mij besteed is. Na twee dagen rondcruisen ben ik eruit. Veel te vermoeiend. Vier jaar geleden was dit handig geweest, maar dat stadium ben ik voorgoed voorbij. De hoop dat ik hiermee wél de hoogteverschillen in huis makkelijker kan overbruggen, wordt ook de bodem in geslagen. Door de vier witgeschoeide zwenkwielen is het een hele toer om een deuropening zonder botsingen en beschadigingen te nemen. Daarvoor moet ik zo veel kracht uit rug- en buikspieren persen dat ik weer allerlei varianten van muscoloskeletale pijn oploop. (Dank aan de fysio voor deze fabuleuze formulering.)
Ik doe desondanks een weekje echt mijn best om hem te gebruiken en eraan te wennen want moeke laat zich niet kennen natuurlijk. Maar dan zet ik hem resoluut aan de kant en als het bedrijf halverwege de tweede week belt voor een haalafspraak en vraagt hoe hij bevalt, ben ik heel stellig. Niet te doen.
Drie rolstoelen in huis, drie rollators, twee trippelstoelen, een scootmobiel en een driewieler en nóg niet tevreden...
Geen eitje
Heertje H., tot mijn deceptie vandaag gehuld in basic bouwvakkerstenu, komt de stoel weer halen. Zijn echtgenote laat zich verontschuldigen, ze heeft het druk met haar bedrijf. Ze zijn twee weken geleden na afloop van het huisbezoek overigens plezierig in Dokkum uit geweest vertelt hij (toch naar een flamencobar?), en we krijgen de hartelijke groeten van zijn eega.
Hij heeft twee andere typen trippelrolstoelen bij zich en ik draai er niet omheen: ik heb en het heeft geen zin om nu weer te testen want het wordt toch niks. Veel te veel gedoe. Maar hij dringt net zo lang aan dat ik zwicht en ze toch maar weer ga proberen, onder het motto Nu we er toch zijn. Maar deze stoelen zijn zoals te verwachten was, van hetzelfde laken een pak.



Verder heeft H. nog een stel drempelhulpen in zijn busje, of ik die erbij wil proberen? Vooruit maar, baat het niet, het schaadt alleen mijn energielevel en humeur. Logischerwijs gaat het met die opritjes een stuk makkelijker, maar nog steeds niet van een leien dakje. Zowel H. als Man geeft niet op. Ze doen hun best mijn vaste routes smooth te maken en zijn lange tijd zoet met passen en meten. Ik zit er bij en kijk ernaar. Uiteindelijk komen er twee drempelhulpen als besten uit de bus; ze passen als hier en daar een plint zou worden verwijderd en er een stukje van de houtsnijwerk-keukendeur af zou gaan.
"Met oefenen lukt het met die trippelrolstoel vast wel hoor, de gewenning heeft gewoon wat tijd nodig," hoor ik H. zeggen. Maar ik wíl die stoel gewoon niet! Het is wel klaar zo. Watvoor eitje het ook is, zeker niet dat van Columbus. We nemen de drempelhulpen als doekje voor het bloeden en de man druipt af. Als de rekening voor huur, bezorgkosten en aankopen binnenkomt, realiseer ik me dat we de drempelhulpen niet bepaald voor een appel en een ei hebben gekocht...
Eén rubberen opritje leggen we meteen op zijn plek. Voor het andere moet er eerst wat kluswerk gedaan worden. Na drie weken herinner ik Man daar op subtiele wijze aan, met de woorden: "Toch best wel jammer dat je een stuk van die deur gaat afzagen, hè." Verwonderd kijkt hij op van zijn krant. "Ga ik een stuk van een deur afzagen?" Ja, toch? Ben bang dat ik hem daar zelf nog een tijdje over zal moeten doorzagen...