Volop invalideparkeerplekken, maar met een klunzige keerzij: ingeklemd tussen een smalle éénrichtingsverkeerrijbaan enerzijds en een doorlopende stoeprand. ander(passagiers)zijds. Onmogelijk om de rolstoel gelijkvloers naast het rechterportier te zetten. Je moet hem dus naast de auto op het trottoir zetten en dan heb je de keuze uit twee kwaden: voetje op straat, draaien en achterwaarts de stoep op struikelen, of met een grote stap rechtstreeks het trottoir op gaan, waardoor de uitstap nog eens zo'n vijftien centimeter dieper wordt. Beide zijn no go area's.
Onderwijl hard nadenkend gaat A., die me vandaag begeleidt, eerst maar eens op de stoep de rolstoel inelkaar puzzelen. Er zit niks anders op, zegt ze, dan dat ze de auto half op de rijstrook zet, waardoor een ruime rolstoelbreedte naast mijn deur overblijft en ze de stoel ernaast op het asfalt kan zetten. En dan maar hopen dat er geen verkeer langs hoeft. "En anders wachten ze maar even," stelt ze laconiek.
Zo gezegd, zo gedaan - en dan komt meteen het volgende probleem: er is geen opritje naar de stoep. A. gaat op verkenning, auto en rolstoel midden op straat latend. Ze ontdekt dat je zo'n honderd meter tegen het verkeer in over de rijbaan moet lopen, daarbij asociaal geparkeerde fietsen en vuilcontainers ontwijken, om de eerstvolgende helling te vinden. Daar is weer goed over nagedacht. Dan dient zich de vraag dus aan: eerst de auto wegzetten, of eerst de rolstoel en mij? A. laat me dus andermaal - met mijn goedvinden uiteraard - achter op straat om de auto alsnog netjes aan de kant te zetten.
Onverdroten zetten we ten slotte koers naar ons doel: een weerzien met onze mede-studenten uit de periode 2008-2011, bij het Museum Groningen.


Veel obstakels rond het invalide-P-bord
Zonnebloemen
C. en M. zitten al lang lekker op het terras van het vroege aprilzonnetje te genieten, onwetend van ons geploeter en onze blootstelling aan verkeersgevaren. Na de nodige knuffels en bestellingen is het tijd om bij te praten. Zij in hoofdzaak; mijn verhalen hebben ze wel kunnen lezen, toch wel handig, zo'n blog!
We hebben alle vier naast werk en gezin een deeltijd-HBO-opleiding Communicatie aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden gevolgd en sindsdien doen we eens in de zoveel jaar samen iets leuks. Alle vier totaal verschillend maar wat ons bindt is de liefde voor tekst en beeld, plus de herinneringen. Herinneringen aan al die lange vrijdagmiddagen afzien in een duf klaslokaal, voor het merendeel gevuld met ambitieuze werkende moeders. Maar ook de gemeenschappelijke herinneringen aan de aanwassende uitstapjeshistorie. Vandaag maken we weer nieuwe.
Deze keer gaat het om werk van Vincent van Gogh, waarvan tijdelijk enkele beroemde exemplaren in het Groninger Museum hangen. Na een paar uur bijkletsen op het zonnige terras - ondertussen een lunch genietend en tersluiks de voorbijgangers observerend - is het tijd om naar het doel van onze reünie te gaan.


Binnen is het vergeleken met buiten maar donker en koel. A. kruit mij kalmpjes door de expositiezalen, af en toe vragend of ik goed kan zien wat ik wil zien. Ik vind alles prima en zie wel wat er aan schilderijen en beschrijvende teksten voor mijn karretje voorbij komt. Tenminste, in het begin. Na een tijdje kost het me de grootste moeite de ogen open te houden; door het zachtjes rondrijden en het nagloeien van de zon voel ik me rozig en loom. Een baby die in slaap wordt gewiegd in de kinderwagen...
Af en toe krijg ik een wake up call als M. spontaan een bewaker tevoorschijn tovert om ons te vereeuwigen. Je zou denken dat die dat een prettig verzetje vinden tijdens het urenlang onbeweeglijk bewaken van de inboedel, maar dat weten ze dan goed verborgen te houden. De stringente doch charmante orders van M. kunnen de mannen moeilijk weigeren en dat levert een paar fraaie groepsfoto's op van vier stralende zonnebloemen.


Kunstwerken
Aan het eind van de middag gaat ieder van ons weer haars weegs. Terwijl C. en M. vrolijk babbelend het zuiden in steken, maken A. en ik ons op voor ons ploeterproject deel 2 in de tegenovergestelde richting, en in omgekeerde volgorde. Terwijl we vanaf de stoep de situatie even staan in te schatten, valt het A. op dat er een lange vrachtwagen in de andere poot van de U-bocht stil staat en dat het er wemelt van de politiemensen. Zelf laag-bij-de-grond gezeten, moet ik het doen met haar ooggetuigeverslag; kennelijk heeft de vrachtwagen een paar geparkeerde auto's geramd.
Jammer voor hen, maar wij boffen ermee. De vrachtwagen, noodgedwongen tot stilstand gekomen, blokkeert namelijk de hele éénrichtingssingel. Er kan geen autoverkeer meer door. A. zet dan ook onbekommerd haar wagen midden op onze poot van de U en ze helpt me rustig met instappen. Ze houdt de politie scherp in het oog, maar die laat alleen maar fietsers door. De Verbruggen Food Group wordt bedankt!
Van Gogh was nooit in Groningen maar zijn kunstwerken wel. Eind 19de eeuw al. Wij vinden ons eigen geklooi rond de invalidenplek eigenlijk ook wel een kunststukje.



