En toen was het geraniumtijd

Bij het opstappen merk ik dat we zijn vergeten de zadelstoel van de driewieler naar achteren te verplaatsen. Ik zit onprettig opgepropt, nu de trappers, als gevolg van de onlangs gemaakte voetenbakjeplankjes, een paar centimeters verdikt zijn. Dat het nog erger kan, ontdek ik een half uurtje later, als E. en ik na een landelijke omleidingsroute omzoomd door bloemenweiden, met onze fietsen bij het tuincentrum arriveren.

Ze gaat naar binnen om een uitleenrolstoel te halen. Voorzichtig schuifel ik van fiets naar stoel, me beurtelings aan beide hulpmiddelen vasthoudend, en ik laat me na deze klus opgelucht neerploffen. Au!! Hebben ze hier alleen rolstoelmaatje XXS ofzo!? Mijn dijen worden als een rollade getrancheerd door de hoekige armleuningen! Zo heb je geen liposuctie meer nodig. De voetensteunen zijn  evenmin op mijn formaat berekend. E. moet me bijna dubbelvouwen om het beenwerk op zijn plek te krijgen. Mijn ellebogen hangen zowat naast mijn schouders want de stoel is niet alleen krap, maar ook erg diep. Niet echt comfortabel dit, maar je moet wat over hebben voor geraniums. Pardon, pelargoniums.

Achter de geraniums aan

Geraniums, mijn moeder had ze, mijn oma had ze, mijn overgrootmoeder had ze. De laatste wist ze zo hoog op te kweken dat ik als kind niet eens door het raam naar buiten kon kijken. Het was één en al bloeiende geraniums.

Bij oma van vaderskant waren de geraniums een oerwoud waarin ik een speeltuin schiep, een soort survivalbaan avant la lettre. Van rietjes en haakgaren fabriceerde ik schommels en glijbanen en van  gekleurde pijperagers boog ik poppetjes. Uren kon ik me zo met beppes kamerplanten vermaken.

Mijn moeder vervolgens publiceerde een ode aan de geranium om 's plants imago op te krikken, en bij mij tot slot waren geraniums de allereerste bloeiers in ons eigen huis. En het zijn de laatst overgeblevene ook. Sprak zij met een enkele traan... Elke ter ziele gegane kamerplant heb ik langzamerhand door namaak vervangen omdat ik ze zelf niet goed kan verzorgen. In de vensterbanken die vanuit een rolstoel nog te managen zijn, wil ik hoofdzakelijk maar geraniums hebben. Ik vind ze mooi, ik kan ermee omgaan en ze genereren herinneringen.

Of dochter die familiaire geraniumpassie overneemt, valt ten zeerste te betwijfelen. Ze stinken.

Echt en nep

Voor mijn doen heb ik vlot de juiste geraniums gekozen. Vijf echte en twee neppers. Halverwege het tuincentrum gaan we even op een verholen binnenterras zitten. Het blijkt er zelfbediening te zijn en het lekkers moeten we er zelf bij denken. De automatenkoffie smaakt  overigens verrassend goed.

Daarna rekenen we de bloemen af en laadt E. het mandje achterop de driewieler vol vrolijke bloeiers. Als ik me uit de smalle, lage rolstoel probeer te wroeten blijft het ding min of meer aan mijn te brede derrière hangen. Dankzij een huf en een hijs van E. kom ik toch uit de afgrond en nog op de fiets ook. Gehaald!

Bij mij thuis zoekt ze nog een paar bloempotten voor me op en zet de planten op hun nieuwe plek. Als ze naar huis fietst zwaai ik even. Vanachter de geraniums. Wat zou daar mis mee zijn? Net als wijlen mijn moeder spreek ik de wens uit dat ik van deze bloemenpracht nog lang genieten mag!

Er is altijd iemand die zegt: "weet je wel dat het eigenlijk pelargoniums zijn?" Officieel zijn het inderdaad pelargoniums en de hierbij afgebeelde blauw-paarse ooievaarsbek is de échte geranium; beide horen ze tot de zelfde familie; het woord pelargonium is afgeleid van het Griekse woord voor ooievaar maar de pelargonium is niet de ooievaarsbek. Hoezo verwarrend... Voor mij zijn mijn aankopen 'gewoon' geraniums!

Echt of nep?


Als ode aan mijn moeder plaats ik hieronder háár ode aan de geranium:

En toen was het geraniumtijd

 

Vanmorgen vroeg en vrolijk opgestaan.
Ik wilde heel veel doen.
Dus vlot mijn kleren aangedaan.
Dat gaf een goed gevoel.

Ik wilde naar een tuinderij
Voor bloemen op ’t balkon.
Een fleurig kleurtje om mij heen,
Als dat eens waarheid worden kon.

De zon scheen met haar liefste lach
Veel kikkers kwaakten luid.
En alle bloemen keken mij
Verleidelijk pronkend aan. 

Een weelde van veelkleurigheid
Bood zich opzichtig wenkend aan.
Wat zal ik kiezen deze keer?
‘k Volgde mijn gevoel spontaan. 

Vuurrode geraniums lachten mij toe
Hebben bij jongeren een slechte naam.
Je zult toch niet je laatste tijd
Achter geraniums zitten gaan? 

Toch zeg ik u, dat’s fout gedacht,
‘k heb voor hun schoonheid ontzag
‘k Wens dat ‘k van deze bloemenpracht
Nog lang genieten mag.             

 

Wietske, mei 2008


Naschrift:

Deze jubelzang op de pelargoniumachtigen behoeft enige nuancering. Riep iedereen de eerste week nog: "Wat staan je geraniums er goed bij!", in week 2 riepen ze: "Wat is er met je geraniums gebeurd?!" Ondanks mijn decennialange geraniumexpertise en de gebruikelijke liefdevolle verzorging, waren de bloemen binnen tien dagen verlept. Terwijl de bladeren stevig blijven en de stengels bij de klippen opgroeien. Iedere nieuwe knop verandert al in een treurwilg nog voordat-ie tot bloei gekomen is. Verkeerde lichting zeker...