"Ben jij die Nynke van lagereschool Het Kompas die altijd verhaaltjes schreef voor de krant?" Verrast lees ik de afzender van dit bericht. Een klasgenootje dat ik 48 jaar geleden voor het laatst gezien heb! Ik antwoord haar bevestigend en voeg eraan toe dat ik nog altijd verhaaltjes schrijf.
Ze blijkt lang naar me gezocht te hebben maar was mijn achternaam vergeten. Het recente overlijden van een schoolgenote die we allebei kenden, is de aanleiding dat ze nu doorgezet heeft en graag contact wil. "Geen tijd te verliezen," schrijft ze. Hé, dat is één van de campagneslogans van Stichting ALS; ik neem dus aan dat ze van de hoed en de rand weet. Ze geeft me ook haar telefoonnummer zodat ik haar eens kan bellen. Hm, dan weet ze hooguit van de hoed...
"Bij mij ben je eigenlijk al te laat...," antwoord ik en ik vertel dat ik ALS heb en al heel lang niet meer kan telefoneren. Daar schrikt ze van. Helemaal geen hoed en/of rand dus, maar toevallig gekozen woorden. Ze blijkt lang te hebben gewerkt als wijkverpleegkundige en als zodanig heeft ze zich speciaal bekwaamd in de zorg voor mensen met ALS, PLS en PSMA. Hoe toevallig wil je het hebben. Of heeft het zo moeten zijn?
We spreken af dat ze binnenkort langskomt. Ze heeft vaak aan me gedacht de laatste tijd en wil me zien.

Waarom ik?
De vraag waarom ze me wil zien, houdt me wel bezig. Voorzover ik me herinner had ik niets met haar. Ze was niet één van mijn vaste vriendinnetjes. Of toch wel? Ik weet eigenlijk heel weinig van haar. Een paar herinneringen komen boven, maar ik weet niets te bedenken op grond waarvan ze me nu, bijna vijftig jaar na dato, zou kunnen willen zien. Maar welkom is ze uiteraard. Spannend!
Ik laat feestgebak aanrukken en wacht haar komst nieuwsgierig af. Rond koffietijd komt er een vrouw van zestig binnen, die na een paar minuten verandert in dat meisje van 12. Gevraagd naar haar levensverhaal komt er heel wat los. Ze heeft het nodige te verstouwen gekregen maar ze blijkt een positief mens. En een onderhoudend verteller ook. Het is geen straf om naar haar vermakelijke anekdotes te luisteren. Ik had geen idee hoe ze ook weer was. Een oude bekende en een nieuwe tegelijk dus. En ondertussen vraag ik me toch af: waarom zocht ze juist míj? Wil ze misschien een reünie organiseren en vindt ze mij een geschikte compagnon?
Ongewenst gedrag
Na een uurtje kletsen en herinneringen ophalen komt de reden voor dit bijzondere bezoekje toch op tafel. "We hebben het je vroeger niet gemakkelijk gemaakt, hè," zegt ze, nadat ze de hedendaagse aandacht voor grensoverschrijdend gedrag en pesten ter sprake heeft gebracht. Ik ben even van mijn stuk. Hoe was dat ook weer?
Ik heb destijds een klas overgeslagen en kwam halverwege de tweede klas van de lagere school bij deze kinderen te zitten. Die hadden al anderhalf jaar een band met elkaar opgebouwd, en als verlegen zesjarige kwam ik zomaar tussen die grote kinderen te zitten. Ik was nieuw en een jaar jonger dan de anderen, dan ben je toch 'anders'.
Als jonge bolleboos heb ik me wel er altijd wat buiten voelen staan. Maar of het me moeilijk gemaakt is? Mwahh. In mijn beleving waren er twee kattekoppen die het altijd op mij gemunt hadden en daar bleef je dus bij uit de buurt. Ze vertelt dat ze met die twee bevriend was. "Jij kwam opeens bij ons in de klas en je was meteen een van de besten. Dat konden sommigen niet zetten. Je had een briljante kop." Goh. "Dat heb je nu nog, als ik je blog zo lees." Goh.
Vergeven en vergeten
Daar ben ik weer even stil van. Heeft ze hier vijftig jaar mee om gelopen? Ik voel me bijna schuldig. Die zogenaamd briljante kop laat me nu wel eventjes in de steek want ik herinner me werkelijk niet of zij me 'dwars' gezeten heeft of niet. Vermoedelijk is het haar vriendschap met dat vervelende duo dat haar het gevoel geeft dat ze het me, met hen, moeilijk heeft gemaakt.
Ik stel haar gerust. Als je het over pesten hebt: nee, dan voel ik me niet zozeer gepest; wel genegeerd, buitengesloten. Misschien is dat wel een vorm van pesten, maar ik had wel mijn eigen vriendinnetjes in die klas, en geen slechte herinneringen. Het is allemaal goed gekomen.
We concluderen dat het vast niet zo erg is geweest als zij lijkt te denken. Maar ik snap haar gedachtegang wel en ik waardeer het ontzettend dat ze me is komen opzoeken. Alles is vergeven en vergeten en ik heb er geen trauma aan overgehouden voor zover ik weet.
Echt super dat iemand na vijftig jaar langskomt om spijt te betuigen! Ze is blij dat ik haar niets nadraag of verwijt. We zijn nog lang niet uitgepraat als ze na een paar uur weer verder moet. Dus we houden contact!


