Inwendig kook ik nog, ook al weet ik dat het niet vervelend bedoeld is maar gewoon een naïeve, ongelukkige opmerking. Ik ben daar nu eenmaal hypergevoelig voor.
Waar gaat het over? In het kader van de zogeheten virtuele thuiszorg is een douche-alarm voor me aangevraagd. Er is een doos vol onderdelen bezorgd en vandaag komt iemand van MobileCare deze Blueline-valdetector installeren. Koffie hoeft hij niet, hij wil direct aan de slag en volgt Man naar de badkamer. Ik ben ietsjepietsje minder snel ter been en volg op afstand. Maar de badkamerdeur wordt voor mijn neus dichtgesmeten. Pardon? Voor wie is dat douche-alarm nou eigenlijk bedoeld, denkt-ie?! Ik verbijt mijn ergernis want ach, ik snap wel dat ze precies achter die deur moeten zijn voor de montage. Ik kan gewoon slecht tegen dat underdog-gevoel.

Blauw-blauw laten
Dus slim als ik ben, rol ik naar de belendende slaapkamer en open daar de schuifdeur naar de badkamer. Ik wil meepraten en meeluisteren. De mannen zijn aan het overleggen waar ze het 'oog' van het radarsysteem moeten plaatsen, welk stopcontact ze moeten kiezen en waar de bijbehorende wifi-router moet staan. Die laatste kan het best in de slaapkamer, vinden ze. En dan spreekt de monteur de legendarische woorden: "maar uw vrouw zit in de weg." Zoals ik al zei, ik ben er hypergevoelig voor dat mijn bestaan wordt genegeerd. Ik heb een broertje dood aan opmerkingen die over mij gaan, maar over mij héen worden gezegd. 'Mag ik er even langs', was een stuk vriendelijker geweest. Maar goed. Flink zijn, niks van aantrekken, hij weet niet beter.
Als het over het snoer en het stopcontact gaat, gaat het jammergenoeg voor de derde keer mis. Miscommunicatie is dagelijkse kost natuurlijk, maar na de twee eerdere gevoelige zaken verdraag ik het niet meer. De mannen denken iets anders te horen dan ik zeg. Ze verstaan een ronduit domme opmerking, terwijl ik - uiteraard (uche uche) - juist een heel slimme opmerking maakte. Ik vind het onverteerbaar en ga er fel tegenin. Of nee: dat probeer ik, maar mijn spraakvermogen laat me volledig in de steek en ik hap alleen maar lucht. Compleet gefrustreerd door mijn onmacht.
Ben ik een kruidje-roer-me-niet? Ik kan het eenvoudig niet blauw-blauw laten als ik weggezet word als de onnozele, domweg omdat ik me niet verstaanbaar kan maken. Ziedend verlaat ik de plaats delict. De vragen die ik had willen stellen, blijven onbeantwoord. Maar mijn blauwe lijntje hangt. Als 't maar niemand in de weg zit.
