Een man zonder vrouw...

"Op je scootmobiel is de wind net zo heet als jezelf bent," waarschuwt G als ik even een ommetje wil maken om de hitte te ontvluchten. Ze heeft een punt. Maar even op topsnelheid scooteren en de wind voelen is toch wel prettig op deze tropische dag. Zo prettig zelfs dat ik veel verder tuf dan ik van plan was.

Er zijn weinigen die zich net als ik in de blakke zon wagen. Slechts sporadisch kom ik fietsers tegen. En dat zijn opvallend genoeg alleen maar 'losse mannen'. Een notoire homohater wist me ooit te vertellen dat alleengaande, oudere mannen in een natuurgebied altijd homo's zijn op jacht naar de liefde. Dacht ik nou echt dat al die single-gasten een vrouw thuis hebben zitten?

Sindsdien kijk ik altijd met een schalks oog naar solitaire manspersonen onderweg, in de ijdele hoop iets van bewijs voor die stelling te krijgen.

Een man alleen

Nummer één kijkt ongelukkig, misschien heeft-ie net zijn man/vrouw verloren. De tweede is naar mijn idee met pensioen en heeft een jongere, werkende partner. De vrouw/man van nummer drie heeft gewoon geen zin in fietsen met de warmte. De wederhelft van de vierde is waarschijnlijk de hort op met haar/zijn vriend(inn)en, hij geniet zichtbaar van de vrijheid. En de vijfde mist zijn chronisch zieke man/vrouw die noodgedwongen thuisblijft. De zesde ligt in scheiding, de zevende is een verstokte vrijgezel. Allemaal mannen die in hun eentje de zinderende hitte trotseren.

De meeste losse mannen groeten me vriendelijk, een enkeling roept iets over de route of het weer. Wat zouden ze van mij denken? Vrouw alleen, dus lesbisch? Dus op zoek? Of zu haben? Jeetje. Misschien zijn het wel allemaal struikrovers, ontsnapte tbs'ers, pedofielen, potloodventers...? Weet jij veel. Wat beweegt die mannen?

Ik verman en vervrouw me. Natuurlijk genieten ze allemaal doodgewoon van het stralende weer en de natuur, zonder enige bijbedoeling. Net als ik. En sommige komen kennelijk zelfs gewoon van hun werk, te oordelen naar de nette broeken, aktetassen en al dan niet bestropdaste overhemden. Zo eentje duikt er plotsklaps ook in mijn achteruitkijkspiegel op, angstwekkend dichtbij. Hij komt nota bene naast me fietsen. Hij spreekt me nog aan ook. Wat wil die rare snuiter van mij? Ik werp een blik opzij. Het is mijn hoogsteigen Man. 

Zo komen we gelukkig beide niet moederziel alleen thuis! ik bedoel maar, de buren zouden eens verkeerde conclusies kunnen trekken.